Arbeidstekort in de landbouw
De oorzaken van het arbeidstekort
Arbeidstekort in de landbouw: het is een oud zeer. Het typische seizoenswerk leidt tot pieken en dalen in de arbeidsvraag, waardoor heel wat agribedrijven afhankelijk zijn van seizoenarbeiders. In Nederland zijn bijvoorbeeld zo’n 49.000 agrarische banen ingevuld door werknemers uit de zogeheten MOE-landen (landen uit Midden- en Oost-Europa)[1]. Dit levert een behoorlijk precaire situatie op, zoals de pandemie duidelijk maakte: door de coronamaatregelen mochten de seizoenarbeiders immers de grens niet meer over. Bovendien zwengelt de economie in MOE-landen aan en gaan de arbeiders meer en meer in hun eigen streek aan de slag. Een tweede belangrijke oorzaak van het arbeidstekort in de landbouw ligt bij de beperkte bedrijfsopvolging. Kinderen van landbouwers vinden het vandaag helemaal niet meer zo vanzelfsprekend om ook te gaan boeren en het bedrijf van hun ouders over te nemen.
Agritech als oplossing én probleem
Het tekort aan personeel is een belangrijke motor voor de groei van agritech, omdat technologische hulpmiddelen er nu eenmaal voor zorgen dat er minder werknemers nodig zijn. Maar het gebruik agritech creëert wel een bijkomend probleem. Wie gaat die agrarische robots, digitale tractors en andere gespecialiseerde machines bedienen, herstellen en onderhouden? Er is namelijk net zo goed een nijpend tekort aan agrarische mecaniciens. In een De Morgen-artikel van een aantal jaar geleden trok Fedagrim, een vereniging van invoerders en fabrikanten van landbouwmateriaal, al aan de alarmbel. Uit een enquête bij hun leden bleek namelijk dat maar liefst 85% van hen op zoek was naar een of meerdere mecaniciens.[2]
Bovendien is de informatieoverdracht rond technische agrarische assets beperkt en de kennis in de markt gefragmenteerd. De problemen beginnen eigenlijk al vanaf de opleiding, wat experts doet concluderen dat de brug met het bedrijfsleven veel beter moet.
Gevolgen van de arbeidskrapte
De coronacrisis maakte de gevolgen van het arbeidstekort al voelbaar. Bepaalde percelen in de groente- en fruitteelt werden gewoonweg niet geoogst, waardoor landbouwers inkomsten misliepen. De gevolgen van de arbeidskrapte zouden zelfs nog verder kunnen reiken, want als de productie te fel daalt, moeten we misschien onze toevlucht nemen tot het importeren van groenten en fruit.
Opleidingen rond landbouwrobots en andere assets
De conclusie zal niemand verbazen: medewerkers in de agrarische sector én nieuwe studenten moeten (beter) worden opgeleid om agritech in de praktijk te kunnen toepassen. De veelzijdigheid en de uitdaging die werken met complexe machines met zich meebrengt, helpen wellicht om geïnteresseerden over de streep te trekken – net als de mogelijkheid om met innovatieve technologie in contact te komen.
Tot slot moeten we het beperkte kader doorbreken waarin experimenten en projecten nog te vaak blijven hangen en voor een betere verbinding met het bedrijfsleven zorgen. Dat doen we door kennisuitwisseling aan te moedigen tussen onderzoekers, bedrijven en gebruikers.
Een servicecontract verlicht de druk
De oplossingen die we hierboven schetsten, zijn natuurlijk niet van vandaag op morgen ingeburgerd. Gelukkig kunt u uw landbouwklanten nu al heel wat druk van de schouders nemen met een servicecontract, zodat ze zelf niet moeten instaan voor het onderhoud van hun agrarische assets. Met zo’n contract betalen ze per maand een vast bedrag en worden ze volledig ontzorgd. Dit is een bijzonder sterke sales pitch gezien de huidige situatie in de landbouwsector. Door lease behouden uw klanten bovendien voldoende liquiditeit om in hun personeel te investeren of om hun personeel tijdig uit te betalen.
Klinkt goed? Laat ons eens praten over de opties.
[1] Bron: https://www.demorgen.be/nieuws/nijpend-tekort-aan-landbouwmecaniciens