Grote woorden gebruiken, dat staat interessant en komt lekker catchy over. Datarevolutie is zo’n term die overal opduikt. Maar, wat houdt het in, wat komt er op ons af, wat gaat het voor de wereld betekenen? Er is nog veel onduidelijk. Toch transformeert die abstracte, grote belofte zich steeds meer in concrete successen en meetbare resultaten. Zeker ook in de gezondheidszorg. Maar dat er mooie dingen gebeuren, betekent nog niet dat de datarevolutie zichzelf wel zal ontketenen.
Het datadenken doorvertalen naar de gezondheidszorg, leidt tot nieuwe perspectieven. Sterker nog, wie de databril opzet, ziet overal kansen. En er is inmiddels genoeg consensus: data kan en moet een cruciale rol spelen bij de zo noodzakelijke ommekeer in de zorgsector. Data heeft een ongekend sterke, verbindende functie. Het brengt aspecten van de zorg samen die voorheen vaak met elkaar in conflict waren. Kostenbesparing, kwaliteit van de patiëntenzorg en efficiency kunnen dankzij data hand in hand gaan. Samen vormen zij de basis van een kwalitatief, beheersbaar en betaalbaar zorgsysteem waarbinnen traditionele processen radicaal zullen veranderen.
Doelgerichte inzet van de arts
In veel bedrijfstakken is data al leading in tal van processen en modellen. In de medische wereld zijn mensen en de menselijke interactie nog altijd de drijvende kracht achter veel zorgprocessen. De vraag is, bereiken we hiermee optimale zorg?
Diagnose op basis van een algoritme?
Hier raken we meteen een ethische kwestie: vinden wij minder menselijke invloed in de toekomstige zorgsector acceptabel? Die vraag is vandaag niet beantwoord. Maar laten we daardoor niet stil blijven staan. Want computers en algoritmes kunnen de artsen en verpleegkundigen ook nu al ondersteunen. Bijvoorbeeld bij het stellen van een diagnose, het voorspellen van een ziektebeeld of het opstellen van een behandelplan op basis van data. De eerste toepassingen zijn er al en zien er veelbelovend uit.
Contact met de dokter via het beeldscherm?
Misschien is de gezondheidszorg wel de laatste sector die aanhaakt bij deze al breed beschikbare technologie. Privé facetimen en skypen we er vrolijk op los. We rijden niet meer het hele land door om onze klanten te bezoeken, maar we gebruiken videoconferencing. De dokter blijft de uitzondering. Daar ga je altijd naartoe. Maar heus niet elk contact tussen arts en patiënt hoeft fysiek plaats te vinden. Naar mijn idee kan communicatie via het scherm in een groot aantal gevallen leiden tot een grotere patiënttevredenheid dankzij de positieve impact die het kan hebben op het gehele traject. Ook al roept contact op afstand in eerste instantie weerstand in plaats van sympathie op: het is een kwestie van gewenning. Een ritje naar het ziekenhuis is minder vaak nodig, net als eindeloos wachten vanwege uitlopende spreekuren bij routinematige controles. Het is niet onlogisch om te verwachten dat doorlooptijden in het ziekenhuis hierdoor ook aanzienlijk korter worden. Tegelijkertijd houdt de arts meer tijd over om de belangrijke gesprekken wel van mens tot mens te voeren. Kortom, het contact wordt juist kwalitatiever.